Het fijne van medicatie ophalen uit de automaat van de apotheek is dat Josje mee kan, omdat ik niet naar binnen hoef. Dan loop ik er tijdens één van de vier dagelijkse uitlaatrondjes even langs. Zo ook vandaag
Ik zie een man lopen, met een grijs staartje, die naar Josje kijkt en dan stilstaat en glimlacht. ‘Dan moet je toch lachen hè, als je dat ziet.’ Dat kan ik alleen maar beamen natuurlijk. Vaak worden mensen vrolijk van Josjes schattige toetje en haar snelle trippeltrappelloopje.
De man vertelt over de teckel die bij hem logeert, over zijn hond die al twee jaar dood is, wat de operatie toen koste, over een vriend die zijn herdershond schopt en dat hij dan zegt dat je dat niet moet doen en over dat je hondendrollen best in de put kan gooien zolang het niet in plastic zit.
Ik ben over het algemeen meer een luisteraar. In gesprekken over dieren, kan ik wel gemakkelijker aansluiten. Nu vertel ik dat Josje geopereerd is en wijs naar haar geopereerde pootje. ‘Patella luxatie!’ zegt de man, alsof hij een quiz heeft gewonnen.
Een echte hondenliefhebber dus. Ik snapte dat eerst nooit, want honden waren eng en vies. Tot ik Josje kreeg, want over haar raak ik ook niet uitgepraat en uitgeliefd.
Maar het leven gaat door en ik moet naar de apotheek, dus probeer ik het gesprekje af te kappen. Dat doe ik altijd later dan ik wil. De man zegt gelukkig dat hij verder moet, naar.. de apotheek. Oje, ik wil er niet samen heen lopen. Dat vind ik dan weer ongemakkelijk. Gelukkig redt Josje me, want die moet nog snuffelen, plassen en de straat oversteken waar een beter poepplekje is, blijkbaar..
Ze is een verbindende factor, maar kan gelukkig snel weer haar eigen gang gaan zodat ik ook weer mijn ding kan doen.
Geef een reactie