Toen ik mijn autismediagnose kreeg, kon ik me niet direct herkennen in het letterlijk nemen van taal. De standaard voorbeelden waren voor mij niet herkenbaar. Zie bijvoorbeeld dit filmpje waarin een meisje haar handen moeten wassen in de ‘wc’, waarna ze dat letterlijk doet i.p.v. dat ze doorheeft dat de ‘wc-ruimte’ werd bedoeld.
Ik herinner me ineens …
Toch ben ik me afgelopen jaren toch regelmatig bewust van dat ik taal wel letterlijk nam (en neem). Zo werd ik vroeger woest als ik een probleem had en iemand zei: ‘Daar ga je niet dood aan.’ Natuurlijk wist ik wel dat ik er niet dood aan ging, dacht ik dan. Uitroepteken, uitroepteken!! Nu weet ik dat mensen op die manier jouw probleem willen relativeren. (Ook stom, maar mensen roepen soms ook maar wat.)
Ook heb ik vroeger dingen gehoord of gelezen, die ik letterlijk op mezelf ben gaan toepassen. Zo erg dat het dwangmatig werd. Zo herinner ik me een situatie dat mijn vader een kinderfiets droeg naar iemands huis, omdat het meisje haar fietssleutel kwijt was. Op een gegeven moment wisselde mijn vader van kant met het dragen en zei: ‘anders krijg ik straks één hele lange arm.’
Dat was een grapje, maar het is wel iets waar ik een beeld bij kreeg en waar ik veel over ging nadenken (overthinking!). Nog steeds doe ik dingen zoveel mogelijk links en rechts. Anders heb ik onrust over het scheve of asymmetrische ergens van.
En ook wat ik las, haalde ik vaak uit de context. Dan paste ik adviezen toe op mezelf, zonder het persoonlijk te maken. Dus toen ik las dat een vrouw ‘gemiddeld 2000 kilocalorieën per dag nodig heeft’, ging ik ie-de-re dag precies 2000 kc eten. Ik gaf zoveel gewicht aan die ‘2000‘ dat het dwangmatig werd. Ik zag het niet als een richtlijn om … richting te geven. Dus ging ik het letterlijk toepassen zonder het persoonlijk te maken.

Woorden te veel gewicht geven
Het zijn allemaal voorbeelden waarbij ik als het ware te dicht op de taal zit en op maar een klein deel van de taal. Ik zoom niet uit, blijf plakken bij bepaalde woorden of korte zinnen. Bepaalde woorden geef ik zoveel gewicht dat ze mijn emoties en gedrag bepalen.
Ik ben minder bezig met hoe iemand iets zegt en wanneer, maar vooral met wat iemand zegt. Daarom reageer ik in eerste instantie vaak op taal alleen. En kom daarna pas aan hoe iemand het bedoeld heeft en zie ik de emotie en non-verbale signalen.
Regelmatig zeg ik bijvoorbeeld verbaasd ‘echt waar!?’ als het om een grapje blijkt te gaan. Net iets later bedenk ik me pas dat het vast spottend bedoeld was. Ik nam het echt even voor waar aan, ging mee met het verhaal. Ik voelde me daar vaak stom over, maar tegenwoordig kan ik er ook wel om lachen. Dan zeg ik bijvoorbeeld: ‘ja, je kan me alles wijs maken hoor.’
Letterlijk nemen en detailgericht zijn
Het zal denk ik te maken hebben met de bottum-up manier van informatie verwerken die je vaak ziet bij autisme. Dat betekent eerst details waarnemen en dan pas handelen (voordat je het geheel waarneemt). Als ik minder snel reageer, omdat ik de tijd neem om uit te zoomen en het geheel te zien, kan ik beter nadenken. Dan neem ik ook meer waar dan de taal, bijvoorbeeld hoe iemand kijkt (gezichtsexpressie).
Dit inzicht heeft me geholpen. Ik snap waarom ik vroeger tegen bepaalde problemen ben aan gelopen door dingen die ik hoorde of las letterlijk te nemen. Alhoewel ik het liever zou willen noemen dat ik bepaalde woorden soms te veel gewicht gaf / geef. :p.
Is dit herkenbaar? Neem jij taal letterlijk?
peter
Vroeger begreep ik ook regelmatig teksten verkeerd, de oorzaak lag niet bij mij maar bij diegene die de betreffende tekst heeft geschreven. Immers een goed geschreven tekst kan niet verkeerd worden begrepen. Voorbeeld: Zo waren wij een keer in de stad, zei mij vriendin van: Daar is een leuk restaurantje, zullen we daar wat gaan eten? Waarop ik vertelde van: Die is gesloten, dat zie je toch. Hoezo dat vroeg ze? je ziet toch de deur openstaan. Ik zeg: Kijk dan nog maar eens goed wat er op dat raam staat: “Wij zijn 24/7 open.” Het is vandaag 20 Juli, dus ze gaan pas over 4 dagen open”
volgende voorbeeld uit de supermarkt een jaartje of 20 geleden. Bordje bij de kassa: “Bij deze kassa kunt U pinnen” Geef contant geld aan kassa meisje, zegt ze, Deze kassa heeft geen contant geld meer, contant moet bij de andere kassa, dat staat toch op het bordje. Ik zeg: Daar staat “U KUNT hier met PIN betalen” het woord KUNNEN is geen plicht, anders had er wel gestaan : “hier MOET U met PIN betalen”
25 jaar geleden ging de alarmsirene hier af in onze omgeving. Waarop ik vroeg van: Is het postkantoor dan nog open nu om 21.00 uur?? Vriendin vroeg van: waar slaat dat op? Zeg ik: Nou op die TV reclame zeggen ze altijd van: “Wat doe je als de sirene gaat. Sluit ramen en deuren, zet de radio en de tv aan haal de folder op het postkantoor”
Mandy Verleijsdonk
Leuke voorbeelden Peter, dankjewel voor het delen 😉