Toen ik 19 jaar jong was, ben ik een half jaar lang opgenomen geweest in de Kliniek voor Gedragstherapie in Venray (nu Centrum voor Angst & Dwang). Dat was dus nog voor ik zelf wist van autisme en voordat hulpverleners het zagen. Ik was hierheen verwezen door De Viersprong die me nog niet konden behandelen voor persoonlijkheidsproblematiek, omdat er nog te veel dwanggedachten- en handelingen op de voorgrond waren.
Mijn classificaties bij de intake waren een dysthyme stoornis, een obsessieve compulsieve stoornis en een uitgestelde diagnose (ontwikkeling richting een obsessief compulsieve persoonlijkheidsstoornis met trekken van vermijdende persoonlijkheidsstoornis. Een hele mond vol dus.
Hoe zag de behandeling eruit?
Na de intake, volgde na een paar weken de opname. In het begin kreeg ik een behandelplan met doelen. Daarna kreeg ik Cognitieve gedragstherapie (CGT), waaronder exposure (je angsten aangaan). Dat kwam in allerlei vormen, zowel individueel als in een groep. Er waren ook allerlei modules zoals assertiviteit, omgaan met boosheid en ademhaling. Ik kreeg verder medicatie van de psychiater en had vaktherapie, zoals sport, muziek en creatief. We zijn ook eens op kamp geweest, omdat dat een goede les was in omgaan met veranderingen (en dus minder controle hebben).
Dit allemaal met als doel obsessieve compulsieve klachten (OCD) te verminderen en inzicht krijgen in de samenhang met mijn persoonlijkheidskenmerken, zoals perfectionisme en onzekerheid. Ik moest een ‘nieuwe stijl Mandy‘ ontwikkelen in mijn manier van denken en doen. Los van alle therapieblokken, was het dagelijks leven al therapie op zich. Er waren corveetaken en vrije tijd bracht je vaak samen door. Ook sliep je met anderen op een kamer. In de weekenden ging ik naar huis, naar mijn ouders.
Hoe heb ik de Kliniek voor Gedragstherapie ervaren?
Ik was in een vreemde omgeving met vreemde mensen en dat was heel spannend voor mij; een introvert en onzeker meisje. Ik heb het ervaren als heel confronterend, intens en moeilijk. Het was hard werken en ik was vaak moe en overprikkeld. Ik moest veel dingen doen die lastig voor me waren. Zo had ik het ‘verrassingspakket’ waarop ik op ieder moment van de dag door een groepsgenoot of therapeut onverwacht ergens mee naar toe moest. Hellup! Het reizen tussen thuis en de kliniek koste me bovendien mega veel stress.
Het was wel heel fijn om gehoord en gezien te worden in mijn pijn en om lotgenoten te ontmoeten. Ik herinner me de sfeer als gemoedelijk en er was ruimte voor humor, juist omdat je herkenning vindt bij elkaar. Naar buiten toe schaamde ik me erg voor mijn opname en het liefst verzweeg ik het voor de buitenwereld. Leeftijdgenoten studeerden terwijl ik ‘niet normaal’ was. Ik worstelde met open zijn. Gelukkig was het allemaal niet voor niets.
Wat heb ik geleerd?
In de Kliniek voor Gedragstherapie kreeg ik woorden voor mijn klachten: weinig identiteit, extreem perfectionisme, minderwaardigheidsgevoel, schaamte en schuldgevoel, veel angst, eenzaamheid en dwang. Ik had bijna constant dwanggedachten rondom het milieu, mijn eten, hygiëne en symmetrie. Om die interne spanning te hanteren voerde ik allerlei dwanghandelingen uit, zoals controleren, vermijden, tellen en ordenen. Daar kreeg ik meer inzicht in en ik probeerde de dwangen te doorbreken met allerlei oefeningen. Bijvoorbeeld een koekje eten met ongewassen handen en iets wel met links aantikken, maar niet met rechts.
Mijn dwang en andere klachten namen helaas maar weinig af. Maar het inzicht was al fijn. Ook was het goed om weer wat vertrouwen te krijgen in het maken van sociaal contact. Het was verder goed om eens in een hele andere omgeving te zijn en om wat meer los te komen van mijn ouders. Maar onder mijn angst en dwang bleek veel onderliggende problematiek te zitten, waarvoor ik werd doorverwezen naar De Viersprong in Halsteren. Daarover gaat deel twee van mijn tweeluik over mijn opnames.
Hans van der Lijcke
Hallo Mandy,
Deze blog (en ook deel twee over 2008) raakt me erg diep.
Waarschijnlijk door hetgeen je beschrijft dat je hebt meegemaakt. Maar ook dat ik natuurlijk weer letterlijk aan het lezen ben. Als ik lees: “Hans vindt nu vast mijn inzet slecht … “. Daar heb ik dan een soort van schuldig gevoel bij.
Laat ik maar gelijk luid en duidelijk zeggen: “Deze Hans vind jouw inzet helemaal niet slecht, integendeel. Je bent een inspiratie voor mij en waarschijnlijk vele andere die worstelen met hun autisme”. Laat deze Hans meer een gevoel van ‘liken’ geven, dan die in Venray.
Ook trouwens heel erg naar om te lezen wat er bij de viersprong in Halsteren plaats vond. Ik hoop dat er tegenwoordig op dit soort plekken meer begrip is voor de overprikkeling bij autisme.
Als je wilt weten waarom ik juist deze heb gekozen en niet het tweede deel van deze blog, wil ik dat best vertellen. Het heeft met 8 te maken.
Groet,
Hans
Mandy Verleijsdonk
Dankjewel voor je medeleven Hans. Ik werd niet behandeld voor autisme en dus hielden ze daar geen rekening mee. Als het goed is, is dat natuurlijk wel zo als men wel weet van autisme.
Bob Martens
Hoi Mandy,
Als kind heb ik de diagnose Autisme gekregen. Vanaf 11 jaar begon bij mij een dwangstoornis, en op 18-jarige leeftijd ben ik ook opgenomen geweest bij Centrum voor Angst en Dwang in Venray. Hier heb ik veel goede handvatten gekregen, waaronder exposure-oefeningen. Een aantal ervaringen en herinneringen die je beschrijft over jouw behandeling herken ik in mijzelf en mijn behandeltijd daar.
De behandelaren vroegen zich op een gegeven moment af of er misschien verbanden/overlap bestaat tussen mijn Autisme en mijn dwang.
Vandaag de dag heb ik nog steeds last van dwang. Niet meer in extreme mate, maar wel dat het me nog belemmerd in mijn dagelijkse handelingen.
Ik ben op zoek naar een zorgverlener die mij kan begeleiden bij het verder ‘uittrainen’ van mijn dwanghandelingen, (o.a.) door middel van exposure.
Weet je misschien een zorgverlening/ZZP’er die mij hierbij kan helpen?
Met vriendelijke groeten,
Bob
Mandy Verleijsdonk
Hoi Bob,
Dan heb je een zorgverlener nodig die kennis heeft van autisme en co-morbide dwangmatigheid. Daarvan heb ik helaas geen rijtje paraat. Je huisarts misschien wel. Succes!