Leven op het autismespectrum

Alle blogs, Werk & Wajong

Met ervaringskennis een brug slaan

Een hele lange periode heb ik me eenzaam gevoeld. Ik zag niemand zoals mij..

Toen ik op de middelbare school zat leefde ik vanuit het idee dat je normaal moest zijn en dat er een goed en fout was. Dat was, onbewust, mijn referentiekader. Het uitte zich in me dwangmatig gedragen naar gemiddeldes en normen, en in kopiëren, en camoufleren van wat ik dacht dat verkeerd was. Ik was dus niet mezelf, gaf geen uiting aan wat ik voelde en dacht, ontwikkelde geen eigen identiteit. Er was ook geen oprechte verbinding omdat ik in contact met anderen altijd sociaal ´deed´, maar het niet echt ´was. Niemand wist wat er werkelijk in mij omging omdat ik het meeste verborgen hield. Tegelijkertijd voelde ik me niet aangetrokken tot de buitenwereld. Met grote tegenzin ging ik iedere dag naar school om vaak huilend en uitgeput thuis te komen. Ik ging naar ballet en zat op tennis maar nergens voelde ik me gelukkig. Thuis voelde ik me ook het buitenbeentje als het stilste en gevoeligste kind.

Een (niet-)helpend denkkader

Mijn referentiekader van ´ik moet normaal zijn want normaal zijn is goed´ veranderde toen mijn psychische problemen zo groot waren geworden, dat ik intensief in therapie moest. Niet feesten en een studie volgen zoals leeftijdsgenoten, maar naar de kliniek. Referentiekader: ‘ik ben ernstig ziek en moet beter worden.’ Van mijn 17e tot mijn 27e heb ik dat geprobeerd. Tevergeefs. Mijn psychische klachten verminderden niet en ondertussen werd de buitenwereld nog enger. Ik moest er niet aan denken ooit te werken bijvoorbeeld. Collega´s, help! Van 9 tot 5, help!

Toen ik diagnostisch onderzoek kreeg naar autisme en de classificatie kreeg, veranderde mijn referentiekader nogmaals: ‘ik ben niet ziek, maar anders.’ Een herstelproces volgde. Daarbij hoorde ook: weer meedoen. Dat kon alleen op mijn manier en tempo, wist ik inmiddels, om het ook te laten slagen. Juist door kleine succeservaringen kwam ik in mijn kracht te staan. Vandaag de dag blijft het zoeken naar wat haalbaar is voor mij en wat ik nodig heb om te kunnen blijven meedoen zonder overprikkeld, overbelast en depressief te raken. Maar ik voel me wel onderdeel van de maatschappij. Ik voel me niet meer compleet waardeloos zoals op de middelbare school. Ik voel me niet meer de ingewikkelde psychiatrische patiënt waar niemand raad mee wist.

Er is veel voor nodig geweest om weer mee te doen

Er moest wel eerst een brug geslagen worden tussen mij en allerlei ‘normale’ aspecten van het leven. Niets ging immers vanzelf bij mij: sociaal contact, zelfstandig wonen, studeren, (vrijwilligers)werk, zelfzorg en hobby’s. Een grote koffer met tools is daarvoor nodig geweest. En veel tools gebruik ik nog steeds, zoals hersteltijd, begeleiding en medicatie. Nu blijf ik ten minste actief, met behoud van mentale gezondheid. Daar is vaak een samenwerking voor nodig, tussen mij en de omgeving. Zodat ik we in de omgeving pas. Ik kon bijvoorbeeld stage lopen omdat twaalf uur per week oké was (waardoor meer maanden nodig waren om de uren te behalen). Ik kan naar een verjaardag als ik niet tot het einde hoef te blijven.

In mijn blogs en lezingen probeer ik ook een brug te slaan. Ik wil de kloof dichten tussen de maatschappij en mensen met een kwetsbaarheid door psychische problemen. Ook wil ik de kloof dichten tussen mensen die anders zijn en soms juist psychische klachten krijgen doordat ze ‘normaal’ moeten doen. Door het delen van mijn ervaringen en inzichten hoop ik anderen te inspireren over wat niet werkt en hoe het ook kan. Ik wil een voorbeeld zijn van mogen afwijken en kwetsbaar mogen zijn. Niet zodat een ander mijn manieren letterlijk kopieert, maar door anderen zelf te laten nadenken. Ik geef daarom ook niet snel concrete adviezen of tips, maar meer bepaalde tools.

Er is nog een wereld te winnen voor een inclusieve maatschappij met oog voor diversiteit en het verminderen van stigma. Daar draag ik maar een klein stukje aan bij, maar iedere keer als een individu met een kwetsbaarheid erkenning, herkenning, ideeën of hoop krijgt van mijn verhaal, is dat iets waard. En iedere keer als ik mensen uit de omgeving, zoals docenten, hulpverleners, werkgevers of ouders, wat meer inzicht kan geven in wat iemand met autisme ervaart, ben ik blij. Ik heb die vertaler gemist toen ik nog weinig zelfkennis had. Nu sla ik hopelijk een kleine brug zodat mensen zich wat meer verbonden voelen met elkaar en niet zo eenzaam zijn. Dan durven ook meer mensen zichtbaar anders te zijn en doen, waardoor we meer rolmodellen hebben. Iets wat ik in mijn jeugd gemist heb..

Geef een reactie