Ken je die vlagen van extreme onzekerheid dat je wil verdwijnen onder de grond? Zonder specifieke aanleiding? Dat dan even weer die harde kern van onzekerheid en minderwaardigheid naar boven komt, ondanks alles wat je hebt opgebouwd in de jaren?
Soms voel ik dat ineens. Dan ben ik weer dat kleine kwetsbare bange meisje en niet de volwassen vrouw met kracht en levenservaring. Gevoelsmatig dan, want rationeel kan ik er heus wel tegenin gaan. Maar soms is het gevoel sterker. Vaak gaat er moeheid aan vooraf en een periode van veel meer doen dan mijn hoofd verwerken kan.
Vroeger was het een permanente staat van zijn. Echter weet ik nu dat het gevoel weer zakt. Daarom moet ik niet handelen naar de gedachten die bij het gevoel komen. Ik moet bijvoorbeeld niet met ‘alles’ stoppen wat ik doe waardoor ik zichtbaar ben voor anderen. Vanuit angst moet ik geen beslissingen maken, weet ik uit ervaring.
Bij angst moet ik het gevoel erkennen en het er laten zijn. Er niet voor wegrennen dus. Wel troost zoeken. Gelukkig heb ik Josje. Een knuffel met haar doet wonderen. Haar koppie brengt de lach in mijn gezicht terug en en ook als ik beteuterd kijk, verandert haar koppie niet. Ze kijkt niet weg of lacht me niet uit.
Wat ik voel tot op mijn botten, voelt ze soms mee. Maar verder maakt het haar niet bijster veel uit, zolang ik er ben. En zolang ze maar af en toe een botje krijgt en een aai over haar ronde bolletje. Samen vinden we altijd weer de lente terug na sneeuwval en kou.
Geef een reactie