Over anderhalf uur is het lunchtijd, dus nog even wandelen moet kunnen. Voor een tweede keer ga ik naar de wc. Dan trek ik mijn immense wandelschoenen aan. De handschoenen mogen ook weer aan. Voor het Wandelbos (Tilburg) zet ik mijn fiets weg. Bij de ‘ingang’ van het bos, kijk ik op het bord met de kaart. Er staat een route van 4,5 km vanaf het pad waar ik sta.
Ik zie geen paaltjes met herkenningsteken en ben te ongeduldig voor het bedenken van een ander plan, dus loop ik veilig rechtdoor. Na een kwartiertje durf ik eindelijk naar links te gaan. De paden zijn bezaaid met bruine bladeren. Ik snuif de frisse lucht op; heerlijk. Dit bos is een klein kwartier fietsen van mijn huis en toch kom er zelden.
Overal mensen, help!
Het is zondag en er zijn veel kinderen met hun ouders of met oma en opa. Het brengt me naar vroeger toen ik met mijn zusje, broer, oma en opa en hun hond Tessa naar het bos in Dorst ging. Oma was bang van paarden en soms klierden we haar door het geluid van een paard na te doen. Oma sprong in de bosjes en wij, de rotzakjes, lachten. Wat was het fijn om klein te zijn. Ik hoefde nergens aan te denken.
Nu vraag ik me bij iedere tegenligger af of ik iets moet zeggen. Ik kijk en peil. Als de ander iets zegt, zeg ik iets terug. Soms zeg ik zelf eerst iets, maar vaak is het zo zacht, dat de ander het niet hoort. Als ik iets zeg, kijk ik ook weg met mijn hoofd. Daar ben ik me al jarenlang bewust van, maar ik krijg het er niet uit. ‘Hoi’ zeggen en aankijken gaan niet samen blijkbaar.
Bang wandelen
Op een gegeven moment kom ik bij een weg uit, maar niet de weg die ik in mijn hoofd had. Mijn hart bonkt in mijn voorhoofdskwab. Ik wil niet meer wandelen, maar wil naar huis. Moet ik nu naar links of rechts? Teruglopen vind ik saai en geen optie. Ik ga naar links en daarmee het bos uit. Ik voel mezelf steeds zwaarder worden en mijn schouder doet pijn. Dat terwijl ik niet eens mijn tas met overlevingspakket (eten, drinken, ..) heb meegenomen. Op een gegeven moment ben ik weer bij het bos.
Ik zie de kinderboerderij waar ik eerder langs kwam, maar weet nog steeds niet welke kant ik op moet. Ik ben ook niet in een sociale modus, dus het aan iemand vragen is geen optie. Pff, warm! Ik rits mijn jas open. Op een gegeven moment kom ik bij het speeltuintje uit waar mijn tocht begonnen was en slaak een zucht. Ik loop het bos uit en zie mijn fiets staan. Mijn hart zakt weer knus tussen mijn longen en ik doe mijn jas dicht. Na een hondenpoep-op-schoenen-check, fiets ik gehaast naar huis. Daar heb ik nog twintig minuten voordat ik mijn couscoussalade mag eten. Alles op zijn tijd.
Is deze spanning met wandelen herkenbaar?
Ton van E.
Hoi Mandy,
Het is zo herkenbaar. In het weekend ga ik al niet alleen wandelen want dan vind ik het te druk. Dus als ik alleen ga wandelen dan is dat doordeweeks en dan begint het thuis al met de keuze van waar ga ik wandelen, keuze uit het strand of een beschermd duingebied. Hier kan ik wel lang over doen en weeg alle voors en tegens af. Eenmaal op pad twijfel ik nog wel aan mijn keuze maar zet mijn plan door. Tijdens het wandelen kijk ik meestal naar de grond en ben alert op mijn tegenliggers. Op het strand groet ik niet maar in het duingebied wel en dan komen de gedachtes en angst opzetten, kijk ik de ander of anderen aan en wie dan als eerste. Wat moet ik zeggen, zeg ik dag, of hallo of goedenmorgen/middag. Als ik na een uurtje wandelen wil omkeren dan kijk ik eerst of er niet iemand is die ik net gepasseerd heb want dan staat dat misschien raar dan ik ze nu weer tegenkom. Ik kan ook boos worden en blijven als ik zie dat anderen rotzooi in de natuur achterlaten en krijg die boosheid dan maar moeilijk uit me.
Pfff, ik word al moe als ik dit zelf lees maar alleen wandelen is voor mij niet zo eenvoudig als het zou moeten zijn maar het is wel belangrijk om er toch op uit te gaan.
Groet Ton.
Mandy Verleijsdonk
Lastig hoor Ton! Wandelen is zo gezond, maar zeker ook lastig en daardoor vermoeiend.
Yentl
Erg herkenbaar! Ik kijk altijd maar zoveel mogelijk naar de grond en groet alleen als de ander groet of glimlacht… Maar ik blijf het altijd ingewikkeld vinden wanneer je nou groet en wanneer niet. Ook het wandelen in een bos vind ik ingewikkeld, je kan zoveel kanten op 😛
Maar wel goed dat je het gedaan hebt, even eruit als het weer het toe laat is altijd fijn!
Mandy
Hoi Yentl, fijn dat ik niet de enigste ben 🙂 We blijven gewoon wandelen!