Zoveel mogelijk koppel ik buitenactiviteiten aan elkaar. Dan ga ik bijvoorbeeld naar de supermarkt en laat ik daarna gelijk Josje uit, want dat scheelt: mijn jas uit en aan doen, schoenen uit en aan doen en overige vertrek-routine-dingen.
Niet altijd komt dat goed uit qua tijd en van mijn uitlaattijden met Josje wijk ik niet graag af. Daarom liet ik net even haar jasje aan na het uitlaten, omdat ik na mijn lunch, toch naar mijn zusje ga met Josje.
Josje weet dat natuurlijk nog niet, want die kijkt niet in de toekomst. Ze kijkt me aan, nu, met een blik van ‘waarom doe je mijn jasje niet uit?‘. Ze gaat alvast in haar tas liggen, omdat ze denkt dat we, gelijk, weer gaan. Vervolgens rent Josje op de bank heen en weer waarna ze me weer komt aanstaren. Helemaal in de war.
Dus wat is nu belangrijker? Hoe Josje zich voelt, hier en nu? En ik heb natuurlijk ook geen rust als zij geen rust heeft.
Ik doe haar jasje dus nog maar even uit. Het is eigenlijk ook zo gebeurd, maar in mijn hoofd is het altijd een hele handeling terwijl ik probeer efficiëntie na te streven en energie te besparen. Dat laatste is in ieder geval net niet gelukt.
Geef een reactie