Leven op het autismespectrum

Alle blogs, Co-morbiditeit

Faalangst ontwikkelen door het niet weten van autisme

Faalangst is de angst om iets niet te kunnen en daardoor te falen en ´mislukken´. Ik heb daar zelf veel last van gehad, in een mate dat het een grote invloed had op mijn leven. Inmiddels is de angst om te falen gelukkig een heel stuk minder. In deze blog vertel ik je hoe de faalangst er bij mij uit zag en ziet, wat de oorzaken zijn en wat de rol van autisme is. Ook vertel ik wat mij geholpen heeft om de angst te verminderen.

Kenmerken op school

Ik had al jong een grote focus op presteren. Al op de basisschool vergeleek ik mezelf met anderen en wilde niet lager scoren. Als iemand hoger cijfer haalde vond ik dat oneerlijk. Ik had immers toch kei hard mijn best gedaan! Als ik iets niet goed kon, schaamde ik me daar voor. Wat anderen van mij vonden vond ik belangrijk. Toen ik geen hoofdrol kreeg in de musical van groep acht moest ik bijvoorbeeld huilen. Ik wilde helemaal geen hoofdrol als verlegen kind, maar ik wilde wel dat ik geschikt werd bevonden door de juf voor toneelspelen en zingen.

Op de middelbare school werd mijn faalangst erger. Ik had eigenlijk havo advies maar moest van mezelf naar het vwo. Ik moest daar in alle vakken even goed zijn. Het kwam niet in me op dat het oké is om in bepaalde vakken minder goed te zijn. Ik dacht zwart-wit en maakte honderd procent van het opgelegde huiswerk. Andere dingen dan leren vond ik niet belangrijk en nutteloos. Als ik voor mijn gevoel faalde, vond ik mezelf dom. Als ik wel goed presteerde maakte ik me al weer druk over het volgende omdat ik veel te gespannen was om even voldoening te voelen.

Laten op de universiteit wilde ik weer perfectie. Ik studeerde dwangmatig veel, ging naar alle colleges en las dikke studieboeken van A tot Z. Toen de mogelijkheid zich aandiende om cum laude af te studeren moest en zou ik dat ook doen. Ik was dus teleurgesteld toen ik voor mijn bachelorthesis een 7,5 haalde waardoor ik toch niet cum laude kon afstuderen. Ik had geen vreugde over het behalen van mijn diploma.

faalangst

Faalangst beperkte zich niet tot het onderwijs

Ook buiten het onderwijs speelde faalangst een rol, bijvoorbeeld bij hobby’s zoals tennis. Ik ben nooit een kei geweest in sporten met een wedstrijdelement. Ik vond mezelf niet goed en door die negatieve gedachten presteerde ik juist minder. Het werd een selffulfilling prophecy. Er volgden meer dingen die ik moeilijk vond zoals autorijden op mijn 18e. Dat deed ik omdat het hoorde, maar ik bakte er niet veel van omdat ik zo bang was was voor fouten.

Daarna werd therapie een bron van falen omdat mijn psychische klachten niet minder werden. Ik wist niet dat dat kwam omdat de therapie niet bij mij paste omdat autisme over het hoofd werd gezien. Zo werd zo’n beetje alles in mijn leven een strijd met mezelf en voelde ik me een mislukkeling, die anderen niet kon bijbenen. Vermijden werd dan al gauw de enige optie. Zeker omdat ik zo moe en somber werd door alle druk die ik mezelf op legde in combinatie van allerlei verwachtingen van anderen.

Tegenwoordig heb ik veel minder faalangst, maar weg is het niet. Zo kan ik dingen heel erg uitpluizen en overdenken voor ik actie onderneem. Zeker in sociale situaties wil ik zeker zijn van mijn zaak voor ik iets doe of zeg. Zo voorkom ik hopelijk blunders en blijf ik in control. En koken of iets anders doen voor een ander vind ik ook vreselijk spannend, want het zal vast misgaan.. Hier hangt faalangst samen met sociale angst. Ik ben nog steeds erg bang om iets verkeerd te doen en maak me druk om wat anderen van mij vinden. Bij nieuwe dingen heb ik ook veel faalangst omdat ik dan geen inschattingen kan maken en alles nog moet leren.

Oorzaken

Ik ben door mijn ouders nooit gepusht om te presteren. Faalangst is bij mij ontstaan door een optelsom van andere factoren. Met de kennis van nu probeer ik te verklaren waarom ik zo bang was om te falen.

  • Ten eerste speelt mijn persoonlijkheid een rol. Leergierig en serieus zijn onder andere. Leren en presteren werd een onderdeel van mijn identiteit. Eens hoge cijfers, altijd hoge cijfers. Ik ben verder altijd al onzeker geweest en kwetsbaar voor angsten. Door angst is het lastiger om goed te kunnen leren. Ik was verlegen en vroeg niet makkelijk om hulp of aandacht. Misschien wilde ik gezien worden via prestaties omdat ik introvert was en niet zo zichtbaar? Het ‘grappige’ was dat je als brave leerling juist niet gezien wordt. Problemen krijgen juist vaak aandacht. En van klasgenoten wil je juist geen aandacht omdat je dan werd gezien als nerd.
  • Ten tweede wist ik niet van autisme voor mijn 27e. Ik heb daardoor moeten voldoen aan verwachtingen van een neurotypisch persoon. En ik kreeg niet de benodigde begeleiding en steun thuis en op school. Ik zat daardoor vaak in onduidelijkheid en was overprikkeld zonder dat ik dat wist. Ik miste grip en heb onnodig faalervaringen gehad. De focus lag ook op school omdat sociaal zijn zo lastig was. Die focus werd een hyperfocus.
  • Ten derde speelt autisme zelf een rol. Bijvoorbeeld zwart-wit zijn in plaats van realistisch. Door mijn grote discipline kon ik mijn dwangmatige gestudeer volhouden. Ik moest veel thuis doen omdat ik op school veel lesstof niet opnam door alle prikkels. En ik miste vaak stappen in de lesstof en goede feedback als ik iets niet goed kon. Ik was uitermate zorgvuldig en door mijn bottom-up manier van informatieverwerking koste het studeren veel tijd. Daardoor voelde ik me dom. Door het gevoel van anders zijn voelde ik me ook minder.

Deze oorzaken samen hebben bij mij gezorgd voor een laag zelfbeeld met allerlei angsten. Ik ontwikkelde een sterke overtuiging dat ik niet goed genoeg was, dat ik minderwaardig was. Door toch zo perfect mogelijk te presteren, probeerde ik dat te compenseren en afwijzing te voorkomen. Onbewust. Maar dit overlevingsmechanisme ging ten koste van mijn mentale gezondheid.

Minder faalangst

Sinds mijn autismediagnose heb ik leren accepteren dat ik niet overal even goed in ben. Toen ik kon verklaren waarom, kon ik dat accepteren. Ik stel nu meer realistische verwachtingen, vraag om hulp en verlaag de drempel waar nodig. En ik volg mijn eigen tempo omdat ik nu eenmaal rekening moet houden met een autistisch brein. Ik doe iets als ik er zelf klaar voor ben, zoals mijn stage nu op mijn 34e. Daardoor is leren weer leuk en doe ik dingen die uitdagend maar toch haalbaar zijn. Dat scheelt stress en faalervaringen..

Ik heb ook dingen ontdekt die ik leuk vind en goed kan. Dat geeft zelfvertrouwen waardoor ik beter kan relativeren als ik iets anders lastig vind. Dat heeft dan minder gewicht. Als er iets niet helemaal goed gaat laat ik emoties erover toe en praat ik er met iemand over. Mijn zelfbeeld en zelfvertrouwen hangen gelukkig niet meer af van prestaties of foutjes. Er zijn veel andere dingen die ik belangrijk ben gaan vinden zoals genieten, bijdragen aan een betere wereld, sociale verbondenheid voelen en mijn gezondheid. De faalangst is dus niet meer zo overheersend in mijn leven en als de angst er wel is, kan ik er beter mee omgaan. Ik ben niet meer zo hard voor mezelf en vervul mijn leerhonger op een gezonde manier.

Heb jij last van faalangst en hoe ga je daar mee om?

  1. Mario

    Ik ben nu 59, maar kreeg pas op 38 jarige jeeftijd de diagnose Asperger syndroom. Bij ons thuis heeft iedereen een stoornis. Ik was altijd heel bang om fouten te maken. Mijn vader heeft ook autisme en was altijd heel negatief, vandaar mijn angst om fouten te maken. Omdat ik anders ben, reageren mensen vaak heeft raar. Je moet je zelf accepteren zo als je bent, anders kan je nooit gelukkig worden. Ik val mijn leven lang tussen wal en schip. Omdat ik dingen anders ervaar, hoor ik er nooit echt bij.

Geef een reactie